Osman op de weg terug: ''In het laatste stadium van mijn herstel''

Geblesseerd raken is misschien wel het grootste risico voor een voetballer. Een frustrerende periode, waarin je niet kan werken en het team niet kan helpen. Toch gaat iedere speler hier anders mee om. Voor Santiago Gimenez was het wellicht een zege om even naar Mexico te kunnen. Ibrahim Osman pakt het op zijn eigen manier aan.

Samen met Feyenoord TV bezoekt hij de lokale dierentuin, Diergaarde Blijdorp. Hij vertelt over zijn kwetsuur: ''Het gaat goed. Ik ben nu drie weken geblesseerd, maar ik zit In het laatste stadium van mijn herstel. Ik train weer met de groep mee en dat was fantastisch. De blessure was frustrerend, want normaal gesproken raak ik niet geblesseerd.''

Ondanks dat hij bijna hersteld is, had de jonge Ghanees toch hulp nodig. ''Ik ben kalm. Je weet niet hoe het in de toekomst zal gaan. Het gaat erom dat je focust op het herstel en sterker terugkomt. Ik heb veel met m'n familie gesproken. Ze proberen me aan te moedigen. Ik luister veel naar hen. Mijn vader was vroeger ook voetballer dus hij heeft blessures gehad. Hij heeft me gekalmeerd.''

Verhuurperiode

Osman werd afgelopen zomer door Brighton & Hove Albion gekocht voor zo'n 16 miljoen pond. ''Tijdens de winterstop heb ik een contract getekend bij Brighton. Het was aan het einde van de transferperiode dus ik kon de overstap niet maken. Ik ben tot het einde van het seizoen bij Nordsjaelland gebleven. Vervolgens ben ik in de zomer naar Brighton gegaan en deed ik mee met de voorbereiding.''

Ondanks de hoge transfersom mocht hij zich ergens anders ontwikkelen. ''Tijdens de laatste twee weken werd me duidelijk dat ik verhuurd moest worden om mezelf te ontwikkelen als speler en als persoon. Ze hebben ook een verhuurbegeleider die me wekelijks belt. Hij is hier ook geweest toen we tegen Ajax speelden. Ze kijken naar mijn prestaties en naar wat ik beter kan doen.''

Ten slotte probeert hij zijn prestaties van de afgelopen maanden te evalueren. ''Ik zou niet zeggen dat het perfect gaat, maar wel goed. We hebben nog een lange weg te gaan, acht maanden. Het was belangrijk om veel minuten te maken, want ik kwam laat bij de groep. Het heeft me geholpen om fit te worden.''