Als kleine jongen voetbalde Lutsharel Geertruida heel vaak met zijn vader Luthson, maar zelf spreekt hij ook over een tweede vader, Cor Adriaanse. De jeugdtrainer van Feyenoord was heel erg belangrijk in de ontwikkeling van de verdediger en hielp hem altijd.
"Cor heeft me vaak getriggerd in Onder 17 en Onder 19", begint Geertruida zijn verhaal in het Feyenoord Magazine. "Daar kon ik best boos om worden, maar het zette me wel op scherp. Mijn moeder zei altijd: 'Hij schreeuwt naar je omdat hij ziet dat je beter kan. Je moet je juist zorgen maken als de trainer niks tegen je zegt.' Mede dankzij Cor ben ik gekomen waar ik nu ben."
"Natúúrlijk ben ik trots", vertelt Adriaanse. "Ik heb Lutsie ooit aanbevolen bij Giovanni van Bronckhorst, die toen trainer was. Maar dan moet je het nog wel zelf laten zien. Lutsie heeft zich fantastisch ontwikkeld. Hij is tweebenig, kan goed koppen, heeft een aardig lichaam en het voornaamste: hij ziet het spelletje heel goed. Ik zie in hem een echte verdediger. Centraal is hij geweldig, maar als rechtsback ook. En het is een gouwe gozer hè; na de wedstrijd komt hij in het Maasgebouw altijd mij en mijn vrouw een handje geven. Hij kan ook denken: laat die ouwe het uitzoeken."
Vertrouwen
Naast het vertrouwen dat Geertruida krijgt van Adriaanse, zijn ook zaakwaarnemer Leegreg Fer en fysiotherapeut Jasper van Kempen erg belangrijk voor de 22-jarige Feyenoorder. Zo voorkwam Fer vorige zomer dat de verdediger zijn vertrekwens kenbaar maakte bij het clubbestuur, nadat bijna al zijn teamgenoten de club verlieten. "'Gaat niet gebeuren', zei hij. Gelukkig maar. Achteraf had ik dit seizoen voor geen goud willen missen."
Ook Van Kempen is op meerdere vlakken belangrijk voor Geertruida. Hij helpt de verdediger al sinds Onder 19 als fysiotherapeut en onlangs zag hij na een biomechanische analyse hoe de manier van lopen bij de Feyenoorder verbeterd kon worden. Ook stimuleert hij Geertruida op andere gebieden. "Sinds februari dit jaar heb ik mijn spraaklessen weer intensiever opgepakt, mede op initiatief van Jasper. Hoe beter ik presteer, hoe vaker ik zal worden gevraagd voor interviews. Ik wil daaraan werken, maar wel in mijn eigen tempo. Als ik er klaar voor ben, zal ik een interview geven voor de camera."