Feyenoord heeft gisteren verzuimd om goede zaken te doen in de Eredivisie. Achteraf viel de schade voor de Rotterdammers mee, omdat zowel PSV als AZ verloren, maar het gelijkspel tegen Fortuna Sittard in De Kuip was een ondermaatse prestatie.
"Voor de wedstrijd tegen Fortuna Sittard ging het over het feit dat Feyenoord nog vier eenvoudige tegenstanders treft voor het WK begint. En dat daar twaalf punten bij horen. Stel dat je had gezegd: vier tegenstanders uit het rechterrijtje, tweemaal winnen moet mogelijk zijn. Dan ben je niet in orde toch? Na de 1-1 tegen Fortuna waren er werkelijk waar mensen die een vermoeden hadden dat die druk van twaalf punten pakken invloed had gehad op spelers. Arne Slot ontkende dat, en terecht", aldus De Kromme in zijn column in het Algemeen Dagblad.
"Ik denk wel dat hij tegen zo’n tegenstander altijd met echte buitenspelers had moeten beginnen. Ze willen allemaal maar in de as van het veld uitkomen, maar Patrik Walemark liet een halfuur zien hoe je als pure rechterspits de defensie van een verdedigende ploeg uit elkaar kunt spelen. Dat het slechts 1-1 werd, moet echt als een tik aanvoelen en niet worden afgedaan als slechts een vervelend resultaat", zo vervolgt Van Hanegem.
"Want als je echt mee wil doen, win je van de kleintjes. Sterker nog, Slot zei eerder dit seizoen dat de topwedstrijden beslissend zullen zijn, omdat de grote clubs waarschijnlijk toch wel winnen van de laagvliegers uit de eredivisie. Nou, AZ dus duidelijk niet op Woudestein. Feyenoord dus niet tegen Sittard. En PSV niet in Groningen. Ajax won wel van RKC. Niet op een manier waarop je denkt: alle ellende is daar achter de rug. Maar goed, ze wonnen in elk geval nog."