Feyenoord kwam zondagmiddag niet goed uit de interlandbreak, met een 1-1 gelijkspel tegen NEC. De Rotterdammers hadden wel degelijk het betere van het spel - zo blijkt uit de statistieken - maar lieten zich vooral in de duels vaak aftroeven. Linksback Marcos López was een van de weinige lichtpuntjes aan Rotterdamse zijde.
Een veelgehoorde conclusie na het optreden tegen NEC is dat Feyenoord niet meer dan een punt had verdiend. De statistieken laten echter wel degelijk een overwicht zien in het voordeel van de Rotterdammers. Zo hadden ze 58% van het balbezit en leverden de 19 doelpogingen (8 op doel) een xG*-aantal van 1,46 op. Dat is meer dan de 0,68 die de thuisploeg haalde uit 8 doelpogingen, waarvan 2 op doel. De goal van Iván Márquez was de enige echt serieuze kans voor NEC, terwijl Danilo al vroeg in de wedstrijd de gevaarlijkste mogelijkheid van Feyenoord niet wist te benutten. Op basis van de gecreëerde kansen was de kans op een Rotterdamse overwinning 56,44%.
*Expected Goals: verwacht aantal doelpunten op basis van het aantal kansen en de kwaliteit ervan. Cijfers afkomstig van EredivisiePlots.
De al genoemde Danilo was goed voor liefst 6 van de 19 doelpogingen van Feyenoord. Dat is met afstand het hoogste aantal (gevolgd door Oussama Idrissi met 3 doelpogingen). 2 keer kreeg de Braziliaan zijn inzet tussen de palen gericht, 1 keer schoot hij naast en 3 van zijn pogingen werden geblokt. De 21 balcontacten van Danilo leverden verder 11 aangekomen passes op (van de 13, 85%), waarvan 2 sleutelpasses - passes die direct tot een doelpoging leiden.
Passing
De meeste sleutelpasses kwamen van de voet van linksback Marcos López. Hij gaf er 4, waaronder de voorzet op de eerder genoemde grote kans van Danilo. In totaal kwamen 33 van zijn 40 passes aan (83%), waaronder 2 voorzetten (van de 4) en 2 lange ballen (van de 4). Ook Orkun Kökcü was belangrijk met 3 sleutelpasses. Javairô Dilrosun, Quinten Timber en Idrissi gaven er net als Danilo 2. Opvallend is overigens ook het aantal lange passes van Idrissi. Hij gaf er 7, die allemaal aankwamen, het meest van elke Feyenoorder (gevolgd door Gernot Trauner met 6 uit 8).
Niet geheel verrassend waren het Trauner (107) en Dávid Hancko (100) met de meeste balcontacten. Zij zochten vooral naar Kökcü (94 balcontacten) en Timber (67), die vervolgens het spel moesten maken. Kökcü zag 64 van zijn 78 passes aankomen (82%) en was zoals al benoemd goed voor 3 sleutelpasses, maar leed daarnaast ook veruit het meeste balverlies (20 keer, gevolgd door de 16 keer van Alireza Jahanbakhsh). Van de 53 passes van Timber kwamen er 49 aan (92%), waaronder dus twee sleutelpasses.
Duels
Wat verder opviel, was dat Feyenoord slechts 43 van de 105 duels won. López (6 van de 8), Hancko (5 van de 8) en Lutsharel Geertruida (3 van de 4) waren de enige Feyenoorders die het merendeel van hun duels wisten te winnen. Jahanbakhsh vocht de meeste duels uit (14), maar won er slechts 6, terwijl Trauner - doorgaans juist erg sterk in deze statistiek - slechts 3 van zijn 10 duels wist te winnen. Ook de cijfers van Kökcü (3 van de 9), Dilrosun (4 van de 9), Marcus Pedersen (3 van de 8), Danilo (1 van de 7) en Sebastian Szymanski (1 van de 5) vielen tegen.
Statistieken afkomstig van SofaScore.