Feyenoord was zondagmiddag in eigen huis met 2-0 te sterk voor FC Twente. Dat de rode kaart voor Vaclav Cerny een grote rol speelde in het wedstrijdverloop, bleek achteraf uit de statistieken van de wedstrijd. Daarin was ook te zien waarom Dávid Hancko en Orkun Kökcü de twee grote uitblinkers waren.
Feyenoord was tegen FC Twente de betere ploeg, met 60% van het balbezit en 20 schoten (7 op doel) tegenover 5 (2 op doel). Wel was er een duidelijk verschil te zien tussen de eerste helft en de tweede helft. Met name na rust, toen de bezoekers met tien man stonden, had de Feyenoord de overhand met liefst 70% van het balbezit en 11 schoten (2 op doel) tegenover slechts 1 (0 op doel).
Hetzelfde wedstrijdbeeld zien we terug als we kijken naar het aantal xG*. Met 2,4 voor Feyenoord tegenover 0,85 voor FC Twente lijkt de uitslag terecht. Ook daarbij moet echter opgemerkt worden dat de Rotterdammers pas echt afstand begonnen te nemen na de rode kaart van Vaclav Cerny, zoals te zien in de onderste grafiek in onderstaande afbeelding.
*Expected Goals: verwacht aantal doelpunten op basis van het aantal kansen en de kwaliteit ervan. Cijfers afkomstig van EredivisiePlots
Santiago Gimenez
Opvallend aan bovenstaande cijfers is dat Santiago Gimenez met afstand het meest bijdroeg aan het aantal xG van Feyenoord. Dat zijn eerste basisplaats in het rood-wit hem geen treffer opleverde, is dan ook teleurstellend. Gimenez was goed voor 5 doelpogingen, waarvan 2 op doel en 3 mis. Zijn cijfer bij SofaScore, gebaseerd op zijn statistieken, was een 5,8, het laagste cijfer aan de kant van Feyenoord.
Orkun Kökcü
Volgens dezelfde website was Orkun Kökcü cijfermatig de beste speler (een 8,8). Hij viel uiteraard op met zijn prachtige goal, maar hij bereidde ook de meeste kansen voor. Zijn aantal sleutelpasses - passes die direct tot een doelpoging leidde - was 4, het hoogst van alle Feyenoorders. Dávid Hancko, Quinten Timber en Sebastian Szymanski volgden met 2.
Ook als het gaat om lange ballen was Kökcü de best presterende Feyenoorder. Hij gaf er 10, waarvan er 6 aankwamen. Gernot Trauner volgde met 4 aangekomen lange passes uit 7 pogingen. In totaal zag Kökcü 38 van zijn 48 passes aankomen (79%). Op dat gebied was Quinten Timber van alle basisspelers het nauwkeurigst (92%, 24 van zijn 26 passes kwamen aan).
Dávid Hancko
Naast Kökcü was Hancko de andere Feyenoorder die positief opviel. De verdediger, die dit keer als linksback gebruikt werd, was met 94 balcontacten het vaakst aan de bal van elke speler op het veld. Hij was onder meer de speler met de meeste geslaagde dribbels (4 van de 5, gevolgd door Kökcü met 3 van de 4) en volgde na Timber als de basisspeler met de beste passnauwkeurigheid (87%, 53 van de 61 passes kwamen aan).
Verder was Hancko de Feyenoorder die de meeste onderlinge duels uitvocht. Van de 11 won hij er 6, wat hem in die statistiek een gedeelde eerste plaats opleverde. Ook Szymanski en Lutsharel Geertruida wonnen hetzelfde aantal duels, maar voor hen waren dat er 6 van de 9. Uiteraard was Hancko ook nog trefzeker, wat hem bij elkaar opgeteld een 8,6 als beoordeling opleverde.