Feyenoord speelde afgelopen weekend voor de derde keer dit seizoen gelijk tegen een lager geklasseerde ploeg. Tegen Fortuna Sittard waren er echter meer dan genoeg kansen om een beter resultaat uit het vuur te slepen. Opvallend is daarbij het aandeel van aanvoerder Orkun Kökcü in het creëren van die mogelijkheden.
Aan de kansenverhoudingen lag het beslist niet dat Feyenoord zaterdag punten verspeelde. De ploeg was goed voor liefst 33 doelpogingen, waarvan 11 op doel. Deze waren gezamenlijk goed voor een xG*-aantal van 2,6. Voor Fortuna Sittard lag dit aantal op slechts 0,61 uit 4 doelpogingen, waarvan 1 op doel. Op basis van die statistieken was de kans op een overwinning van Feyenoord liefst 82,61%.
*Expected Goals: verwacht aantal doelpunten op basis van het aantal kansen en de kwaliteit ervan. Cijfers afkomstig van EredivisiePlots.
Orkun Kökcü
De meeste mogelijkheden van Feyenoord werden voorbereid door Orkun Kökcü. De middenvelder was goed voor liefst 9 sleutelpasses (passes die tot een directe doelpoging leiden), een aantal dat al jaren niet door een Feyenoorder in één wedstrijd is gehaald. Ook Javairô Dilrosun (4), Sebastian Szymanski (4) en Quinten Timber (3) bereidden de nodige kansen voor hun ploeggenoten voor.
Sowieso was het Kökcü die de lijnen uitzette in het spel van Feyenoord. Hij was met afstand het vaakst aan de bal (106 balcontacten, gevolgd door Dávid Hancko met 88) en verstuurde de meeste passes (71 van de 81 kwamen aan, 88%). Daarnaast was hij de enige Feyenoorder die meer dan 1 voorzet zag aankomen: 5 van de 9. Tot slot was Kökcü sterk in de duels, waar hij er 6 van de 7 wist te winnen.
Dávid Hancko
Minder goed in de duels waren Dilrosun (won er 4 van de 11) en Szymanski (3 van de 11), terwijl Gernot Trauner (6 van de 8) en Timber (5 van de 6) het juist wel goed deden. Het allerbest presteerde echter Hancko. Hij ging van alle Feyenoorders de meeste duels aan (12) en won er ook het meest (8). Verder viel op dat de verdediger goed was voor de meeste geslaagde tackles (6, gevolgd door Trauner met 5) en - samen met Marcus Pedersen - de meeste clearances (allebei 3). Daar staat tegenover dat hij relatief veel balverlies leed: 21 keer. Alleen Szymanski (27) en Dilrosun (22) raakten de bal vaker kwijt.
Danilo of Santiago Gimenez?
In een wedstrijd waarin trainer Arne Slot veel moest omzetten om zijn ploeg aan de praat te krijgen, werd ook de spitsendiscussie bij Feyenoord verder aangewakkerd. Slot begon namelijk met Santiago Gimenez, maar bracht al in de rust Danilo in als diens vervanger. Wat echter opviel was dat Gimenez, die doorgaans juist meer als aanspeelpunt wordt gezien, minder bruikbare ballen kreeg dan zijn concurrent. Voor rust werden er bijvoorbeeld 12 voorzetten gegeven, waarvan slechts 1 aankwam. Na rust waren dat er 7 van de 23.
Met die kanttekening in het achterhoofd kan wel gesteld worden dat Danilo meer impact maakte dan zijn voorganger. De Braziliaan kwam 19 keer aan de bal, tegenover de 14 keer bij Gimenez. Hij gaf 9 passes, waarvan er 7 aankwamen (1 sleutelpass) en was goed voor 4 doelpogingen (1 op doel, 2 mis, 1 geblokt). Voor Gimenez was dat 4 aangekomen passes uit 7 (0 sleutelpasses) en 1 doelpoging (mis). Verder ontliepen de twee elkaar niet veel: ze wonnen allebei 2 van hun 4 duels en leden allebei 4 keer balverlies.